Singen die Vögel dies auserwählte Volk Wir Maskenträger haben verlernt zu lauschen dem Amselgespräch und der innern Musik Herbst der freundliche Feind Leg deinen Raum in den Rahmen der Zeit.
Herfst
Ook in de herfst zingen de vogels dat uitverkoren volk Wij maskerdrager hebben verleerd te luisteren naar het gesprek van de merels en de innerlijke muziek Herfst de vriendelijke vijand Leg jouw ruimte in het raam van de tijd.
Jij, kleine troubadour die de ochtenden opent zeg me: als de kerselaar sterft zal je dan bij dageraad weer vrolijk aan mijn raam komen fluiten? Jij, gevederde vogel jij ziet me niet, maar ik hoor je… Wie heeft jou de noten en de arpeggio’s van je lied geleerd? Voor wie is jouw nachtelijke triller bestemd? Is het jouw gebed misschien om afscheid van de dag te nemen of zou je zo eenzaam zijn? Kom, ik wil jouw nest zijn, kom zonder angst van je tak, vervoeg mijn eenzaamheid bij het uitstervend vuur van deze winternacht.