Geplaatst op

Les mouettes | Jules Lemaître (1853–1914) | Frankrijk

 

Par les couchants sereins et calmes, les mouettes

Vont mêlant sur la mer leur vol entrecroisé:

Tels les gris souvenirs pleins de douceurs secrètes

Voltigent dans un cœur souffrant, mais apaisé.

 

L’une dans les clartés rouges et violettes

Dort, ou languissamment fend le ciel embrasé;

Une autre, comme un trait, plonge aux ondes muettes

Ou se suspend au flat lentement balancé.

 

Nul oiseau vagabond n’a de plus longues ailes,

De plus libres destins, ni d’amours plus fidèles

Pour le pars des flots noirs, cuivrés, bleus ou verts.

 

Et j’aime leurs ébats, car les mouettes grises

Que berce la marée et qu’enivrent les brises

Sont les grands papillons qui butinent les mets.

 

De meeuwen

 

Boven de kalme zee in ’t westen gaan de meeuwen,

waar vliegend zij steeds andere patronen weven;

zo zullen zacht en grijs herinneringen sneeuwen

in een geslagen hart en het weer vrede geven.

 

Eén zit in ’t rood van de ondergaande zon te geeuwen

en slaapt, of blijft in vuren luchten langzaam zweven.

Een ander hoor je boven zwijgend water schreeuwen,

duikt onder als een pijl of wordt kalm voortgedreven.

 

Geen vogel die met zulke brede vleugels vliegt,

met zoveel vrijheid en zo trouw op winden wiegt

boven de golven, koperkleurig, blauw en groen.

 

Ik hou van dat gestoei, want grijze meeuwen doen

de winden waaien, gaan met de getijden mee

als grote vlinders boven bloemen van de zee.

Uit: Van Parijs naar de Parnassus – Franse sonnetten uit de negentiende eeuw

verzameld, vertaald en ingeleid door Fred van Enske

https://www.bol.com/nl/p/van-parijs-naar-de-parnassus/9200000001047211/