De boom is niets zonder de wind, ik ben niet eens zeker dat hij bestaat als de wind er de beweging niet in afdrukt. De boom bestaat alleen op hetzelfde moment, beeld, gedicht, foto, document, naast zijn stam, zijn wortels, zijn adem, onderhoudt hij zichzelf, in het sap, het hout dat door het vuur wordt verbrand, en de wind die aandringt om hem tijdens een stormachtige nachten te vernielen. De boom verandert zich in de wind, of in de blik van wie hem uitvindt. De boom leeft als hij zich beweegt in de wind, of in de gedachte, zoals het gedicht als het ons ontroert
Twee bomen waren waanzinnig op elkaar verliefd De wraakzuchtige houthakker Hakte hun stammen af En nam ze mij naar zijn huis Bij toeval ontmoetten de twee bomen elkaar in de haard Ze omhelsden elkaar vreugdevol En verbrandden samen.
HUSSEIN HABASCH
(1970) Afrin, Kurdistan Vertaling Muna Zinati – Germain Droogenbroodt
De kinderen op de binnenplaats speelden oorlog, ze speelden hun oorlog luid en schel. Vanuit het venster riep ik ze toe: speel toch eens vrede! Ik hoopte dat ze dan minder lawaai zouden maken. De kinderen beneden
op de binnenplaats waren enthousiast: Laat ons vrede spelen! Brulden ze als uit één mond. En ze overlegden wat te doen, gisten en maakten alweer ruzie en dan riep een ukkepuk naar mijn raam toe: oom, hoe speelt men vrede?
PETER SCHÜTT
(Duitsland, 1939–)
Uit. „Wenn das Eis geht, Ein Lesebuch zeitgenössischer Lyrik, Deutscher Taschenbuch Verlag“ Vertaling Germain Droogenbroodt
“It would be lonely this Christmas” speelt de jukebox in een bar. De muziek entertaint gevoelens bij iemand die in de nacht van het jaar bedelt om liefde, angst om het eenzaam zijn.
Een zwarte blouse met bh-bandjes er doorheen verlokking in een ander bed de strop die dicht trekt bij iemand die in de nacht van het jaar verschraalde liefde zoekt, angst om het eenzaam zijn.
“Alles slaapt, eenzaam waakt” galmt door een kerk priesters met hondenogen, blikken naar de glibberige weg van de hemel een nachttrein verliest vaart en fluit in de nacht van het jaar onzekere liefde, angst om het eenzaam zijn.
Turende koplampen, eindeloze baan goedkope sigaretten, de ochtend gloort geen onachtzaamheid, smetteloos de rit. Straks op zoek naar cockpitliefde in de nacht van het jaar, angst om het eenzaam zijn.
Misschien hadden we slechts zeven nachten Ik weet het niet ik heb ze niet geteld Hoe had ik het ook gekund. Misschien waren het er maar zes of waren het er negen. Ik weet het niet maar ze waren zoveel waard als de langste liefde Misschien waren het vier of vijf nachten zoals deze Misschien kan men leven zoals een eindeloze liefdesnacht een leven lang.
IDEA VILARIÑO,
URUGUAY (1920 –2009) Uit “Idea Vilariño, Poesía Completa”, Cal y Canto s.r.l., Montevideo, Uruguay Vertaling: Germain Droogenbroodt
Singen die Vögel dies auserwählte Volk Wir Maskenträger haben verlernt zu lauschen dem Amselgespräch und der innern Musik Herbst der freundliche Feind Leg deinen Raum in den Rahmen der Zeit.
Herfst
Ook in de herfst zingen de vogels dat uitverkoren volk Wij maskerdrager hebben verleerd te luisteren naar het gesprek van de merels en de innerlijke muziek Herfst de vriendelijke vijand Leg jouw ruimte in het raam van de tijd.
Jij, kleine troubadour die de ochtenden opent zeg me: als de kerselaar sterft zal je dan bij dageraad weer vrolijk aan mijn raam komen fluiten? Jij, gevederde vogel jij ziet me niet, maar ik hoor je… Wie heeft jou de noten en de arpeggio’s van je lied geleerd? Voor wie is jouw nachtelijke triller bestemd? Is het jouw gebed misschien om afscheid van de dag te nemen of zou je zo eenzaam zijn? Kom, ik wil jouw nest zijn, kom zonder angst van je tak, vervoeg mijn eenzaamheid bij het uitstervend vuur van deze winternacht.